De figuur in het tapijt
Op 12 februari om 14u organiseert het Studiecentrum voor Experimentele Literatuur ism de onderzoeksgroep CLIC op de VUB (lok. D.3.13) een klein symposium rond De figuur in het tapijt, de nieuwste essaybundel van Daniël Rovers, oud-doctorandus van de VUB. Christophe van Gerrewey, Sofie Gielis, Marc Kregting en Matthieu Sergier spreken elk tien minuten over een hoofdstuk uit het boek, in aanwezigheid van de auteur. Iedereen is van harte welkom. Het symposium wordt besloten met een korte drink.
Over het boek De figuur in het tapijt
Wie onbevooroordeeld een literair werk wil lezen, heeft het niet gemakkelijk. Het schrijversimago staat hem in de weg. De foto op een boekomslag, de uitspraken in interviews, de opgebouwde reputatie – deze elementen vormen samen dit schrijversimago, dat tussen de tekst en de lezer staat. Er is maar één oplossing: terug naar de bron. In het werk kijken naar de zinnen die een auteur heeft geschreven, naar de metaforen die hij munt, de komma’s die hij zet. Alleen daardoor is het schrijversbeeld te ontdekken dat een auteur in zijn werk heeft willen oproepen.
Dit is het uitgangspunt voor Daniël Rovers, die in De figuur in het tapijt in de oeuvres graaft van zes toonaangevende Nederlandse auteurs: Frans Kellendonk, Willem Jan Otten, Tonnus Oosterhoff, Marie Kessels, M. Februari en Marc Kregting. En bij ieder van hen stuit hij op de vraag waarom hun baanbrekende teksten zulke scherpe reacties opriepen.
(Flaptekst: http://www.wereldbibliotheek.nl/)
Over de sprekers
Sofie Gielis schreef een doctoraat over de analyse van mengvormen van beschouwende en verhalende tekstsoorten in de postmoderne, Nederlandstalige roman aan de hand van narratologie en de theorie van de Yale Critics. Ze werkt als onderzoekscoördinator voor MAD-Faculty en recenseert proza voor De Standaard der Letteren.
Marc Kregting schrijft proza, poëzie en essays. Al die genres tegelijk beoefent hij in zijn elfde titel Koffie. Een doeboek, die in februari 2013 bij uitgeverij Wereldbibliotheek verschijnt. Kregting werkt als redacteur en docent. Weblog: http://dehoningpot.blogspot.com/.
Matthieu Sergier doceert Nederlandse letterkunde aan de Université Saint-Louis Bruxelles, de Université catholique de Louvain en aan de Université libre de Bruxelles. Hij heeft een proefschrift gemaakt over de waarneming van de andersheid en de ethiek van de lectuur in de romans van Frans Kellendonk (1951-1990). Een bewerkte versie daarvan verscheen in 2012 bij Academia Press.
Christophe Van Gerrewey studeerde architectuur aan de UGent en literatuurwetenschap aan de KULeuven. In 2012 verscheen zijn romandebuut Op de hoogte bij De Bezige Bij Antwerpen. Hij publiceert kritieken, essays en verhalen in onder meer nY, De Witte Raaf, Streven, Ons Erfdeel, De Reactor, De Leeswolf en Rekto:Verso. Aan de vakgroep Architectuur & Stedenbouw bereidt hij een proefschrift voor met als werktitel De architectuur, een gebruiksaanwijzing. Theorie, kritiek en geschiedenis volgens Geert Bekaert. Hij is lid van de redacties van DWB en OASE.